Uit de woningmarktcijfers van het tweede kwartaal 2021 van de NVM blijkt dat het woningaanbod in Nederland nog verder is gekrompen. De NVM registreert wederom forse prijsstijgingen die voortkomen uit de verder toegenomen schaarste en een stijgend percentage overbiedingen op woningen.
De gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning steeg in het tweede kwartaal van 2021 naar 410.000 euro. Dit is een stijging van bijna 20% ten opzichte van het tweede kwartaal 2020. Dit is de grootste stijging sinds 1995 toen de metingen zijn gestart.
Krapte-indicator
Door het lagere aanbod zijn ongeveer 12% minder bestaande koopwoningen verkocht dan in het tweede kwartaal van het jaar daarvoor. De krapte-indicator voor bestaande woningen komt in het tweede kwartaal 2021 gemiddeld uit op 1,4. Een jaar geleden was deze nog 2,6. De koper kan dus uit minder dan twee huizen kiezen en dat aantal is opnieuw teruggelopen. Voor een gemiddeld rijtjeshuis is de krapte-indicator slechts 1,0.
Oproep regie vastgoedmarkt
NVM-voorzitter Onno Hoes zegt over de laatste cijfers: “De cijfers overtreffen opnieuw eerdere uitkomsten. Dit is het resultaat van de economische oerwet van vraag en aanbod die ook op de huizenmarkt een zwaar stempel drukt. Het aanbod droogt nog steeds verder op en kopers doen er werkelijk alles aan om een woning te kunnen bemachtigen. Op de woningmarkt is het gekte alom en zolang de politieke agenda niet aansluit op de realiteit blijft de markt zo krap als hij nu is. De ‘fear of missing out’ is heel groot. In die markt doen onze NVM-makelaars hun uiterste best om hun opdrachtgever te helpen: de woningbezitter óf de woningzoekende. In deze markt stokt de doorstroming. Kopers willen eerst kunnen kopen voordat ze hun eigen huis durven verkopen. Hier roep ik de lokale-, provinciale- en rijksoverheid opnieuw op om de regie op de vastgoedmarkt te pakken en niet meer los te laten. Dan groeien we hopelijk de komende jaren weer door naar een stabiele markt waarbij onze makelaars hun klanten tevreden kunnen stellen en de erkenning krijgen die bij hun vakmanschap hoort”.
Bron NVM